Genesis 49:28

SVAl deze stammen van Israel zijn twaalf; en dit is het, wat hun vader tot hen sprak, als hij hen zegende; hij zegende hen, een iegelijk naar zijn bijzonderen zegen.
WLCכָּל־אֵ֛לֶּה שִׁבְטֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל שְׁנֵ֣ים עָשָׂ֑ר וְ֠זֹאת אֲשֶׁר־דִּבֶּ֨ר לָהֶ֤ם אֲבִיהֶם֙ וַיְבָ֣רֶךְ אֹותָ֔ם אִ֛ישׁ אֲשֶׁ֥ר כְּבִרְכָתֹ֖ו בֵּרַ֥ךְ אֹתָֽם׃
Trans.kāl-’ēlleh šiḇəṭê yiśərā’ēl šənêm ‘āśār wəzō’ṯ ’ăšer-diber lâem ’ăḇîhem wayəḇāreḵə ’wōṯām ’îš ’ăšer kəḇirəḵāṯwō bēraḵə ’ōṯām:

Algemeen

Zie ook: Jakob, Twaalf (getal)

Aantekeningen

Al deze stammen van Israël zijn twaalf; en dit is het, wat hun vader tot hen sprak, als hij hen zegende; hij zegende hen, een iegelijk naar zijn bijzonderen zegen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כָּל־

Al

אֵ֛לֶּה

deze

שִׁבְטֵ֥י

stammen

יִשְׂרָאֵ֖ל

van Israël

שְׁנֵ֣ים

-

עָשָׂ֑ר

zijn twaalf

וְ֠

-

זֹאת

en dit

אֲשֶׁר־

is het, wat

דִּבֶּ֨ר

tot hen sprak

לָ

-

הֶ֤ם

-

אֲבִיהֶם֙

hun vader

וַ

-

יְבָ֣רֶךְ

zegende

אוֹתָ֔ם

als hij hen

אִ֛ישׁ

-

אֲשֶׁ֥ר

naar

כְּ

-

בִרְכָת֖וֹ

zijn bijzonderen zegen

בֵּרַ֥ךְ

hij zegende

אֹתָֽם

hen


Al deze stammen van Israël zijn twaalf; en dit is het, wat hun vader tot hen sprak, als hij hen zegende; hij zegende hen, een iegelijk naar zijn bijzonderen zegen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!